NJ 2016/238
Alimentatie gewezen echtgenoten. Samenleven in zin art. 1:160 BW; vereisten; restrictieve uitleg. Einde alimentatieverplichting vanaf datum samenleven alimentatiegerechtigde; terugwerkende kracht; geen bijzondere motiveringseisen. Verhaal kosten onderzoeksrapport?
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 april 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
15/02355
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS110742:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Alimentatie
Personen- en familierecht / Huwelijk, relaties en echtscheiding
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:724, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑04‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:4, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑01‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑05‑2015
- Wetingang
Art. 1:160 BW;art. 239 Rv
Essentie
Alimentatie gewezen echtgenoten. Samenleven in zin art. 1:160 BW; vereisten; restrictieve uitleg. Einde alimentatieverplichting vanaf datum samenleven alimentatiegerechtigde; terugwerkende kracht; geen bijzondere motiveringseisen. Verhaal kosten onderzoeksrapport?
Voor een bevestigende beantwoording van de vraag of de vrouw in de zin van art. 1:160 BW is gaan samenleven met een ander als waren zij gehuwd, volstaat niet dat zij en de ander met elkaar samenwonen, maar is vereist dat tussen hen een affectieve relatie van duurzame aard bestaat die meebrengt dat zij elkaar wederzijds verzorgen, met elkaar samenwonen en een gemeenschappelijke huishouding voeren. Het uitzonderlijke en ...