NJB 2019/2180:Wet Bopz. Plicht om betrokkene te horen. De officier van justitie verzoekt om een voorlopige machtiging. Bij de mondelinge behandeling is betrokkene aanwezig. De rechter houdt de zaak aan om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen te onderzoeken of een andere maatregel meer in de rede ligt. De officier van justitie handhaaft het verzoek. Bij de voortgezette mondelinge behandeling is betrokkene niet aanwezig. De rechtbank oordeelt dat dit niet nodig is en verleent een voorlopige machtiging. Hoge Raad: De rechtbank had betrokkene opnieuw moeten horen