NJB 2015/216
Verontschuldigbare overschrijding termijn voor instellen hoger beroep, art. 408 Sv? Niet zonder meer begrijpelijk oordeel van het hof dat zich in de onderhavige zaak een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting de verdachte tevoren bekend was, aangezien uit de vaststellingen van het hof niet valt af te leiden of, en zo ja wanneer de verdachte door haar moeder – die door verdachte was gemachtigd om verdachtes zaken waar te nemen – op de hoogte is gesteld van de dag van de terechtzitting
HR 13-01-2015, ECLI:NL:HR:2015:61
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 januari 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman en Y. Buruma
- Zaaknummer
13/05549
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:61, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑01‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:2566, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑11‑2014
- Wetingang
(Sv art. 408)
Essentie
Verontschuldigbare overschrijding termijn voor instellen hoger beroep, art. 408 Sv? Niet zonder meer begrijpelijk oordeel van het hof dat zich in de onderhavige zaak een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat de dag van de terechtzitting de verdachte tevoren bekend was, aangezien uit de vaststellingen van het hof niet valt af te leiden of, en zo ja wanneer de verdachte door haar moeder – die door verdachte was gemachtigd om verdachtes zaken waar te nemen – op de hoogte is gesteld van de dag van de terechtzitting
Uitspraak
Inleiding:
De verdachte is in eerste aanleg gedagvaard om op 11 oktober ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.