NJ 2017/88
Toewijzing vordering benadeelde partij ter zake shockschade als gevolg van doodslag op zijn moeder.
HR 27-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2201, m.nt. S.D. Lindenbergh
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
27 september 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/01643
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Noot
S.D. Lindenbergh
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154192:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2201, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 27‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:684, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑12‑2015
- Wetingang
Art. 51f Sv; art. 6:106 BW
Essentie
Vergoeding van immateriële schade kan plaatsvinden als door het waarnemen van het tenlastegelegde of door de directe confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, een hevige emotionele schok bij de benadeelde partij wordt teweeggebracht, waaruit geestelijk letsel voortvloeit, hetgeen zich met name zal kunnen voordoen indien iemand tot wie de aldus getroffene in een nauwe affectieve relatie staat, bij het tenlastegelegde is gedood of gewond. Voor vergoeding is dan wel vereist dat het bestaan van geestelijk letsel in rechte kan worden vastgesteld, hetgeen in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.