Einde inhoudsopgave
Regeling diergeneesmiddelen 2022
Artikel 3.17
Geldend
Geldend vanaf 03-05-2023
- Bronpublicatie:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 12607 (uitgifte: 02-05-2023, regelingnummer: WJZ/26666348)
- Inwerkingtreding
03-05-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2023, Stcrt. 2023, 12607 (uitgifte: 02-05-2023, regelingnummer: WJZ/26666348)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Veterinair recht
1.
Het is verboden de volgende diergeneesmiddelen te gebruiken bij dieren voor de preventie en bestrijding van ziekten die in de tabel in de bijlage bij verordening (EU) nr. 2018/1882, zijn aangeduid als categorieën A of B:
- a.
immunologische diergeneesmiddelen om de immuniteitsstatus van dieren te diagnosticeren;
- b.
hyperimmuunserum;
- c.
geïnactiveerde immunologische diergeneesmiddelen als bedoeld in artikel 2, derde lid, van verordening (EU) 2019/6; en
- d.
antimicrobiële stoffen.
2.
Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien het diergeneesmiddel wordt gebruikt voor de preventie en bestrijding van een in deel 3 van bijlage I bij verordening (EU) nr. 2023/361 vermelde ziekte, overeenkomstig de in dat deel daarvoor opgenomen voorwaarden.