BNB 2023/59
Bestuurdersaansprakelijkheid. Aanwezigheid kennelijk onbehoorlijk bestuur onvoldoende onderzocht
HR 10-02-2023, ECLI:NL:HR:2023:182, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 februari 2023
- Magistraten
Mrs. Feteris, Faase, Van Eijsden*
- Zaaknummer
21/00525
- Noot
J.J. Vetter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS693062:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:182, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2023
- Wetingang
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Aanwezigheid kennelijk onbehoorlijk bestuur onvoldoende onderzocht
Samenvatting
De Ontvanger heeft belanghebbende als bestuurder van BV X aansprakelijk gesteld voor een niet-betaalde naheffingsaanslag loonheffingen, een vergrijpboete en belastingrente. Het Hof heeft geoordeeld dat het niet-betalen is te wijten aan kennelijk onbehoorlijk bestuur van belanghebbende. Nadat BV X is gestopt met haar activiteiten heeft zij wel andere vennootschappen, belanghebbende, diens broer en hun moeder betaald. Ook zou BV X zich geld hebben laten ontgaan door bij de overdracht van haar activiteiten aan andere vennootschappen geen goodwill te bedingen, terwijl er op basis van de omzet in de voorafgaande jaren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.