NJB 2023/2337
Overleden getuige en kader Post-Keskin: herhaling en toepassing HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576 en HR 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418: in casu kon het hof, gelet op onder meer het bestaande steunbewijs en het niet aannemelijk zijn geworden van het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, oordelen dat – ook al heeft de verdediging niet de gelegenheid gehad om de getuige te ondervragen – de procedure in haar geheel voldoet aan het door art. 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
HR 03-10-2023, ECLI:NL:HR:2023:1349
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, A.L.J. van Strien en T.B. Trotman
- Zaaknummer
21/02897
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1349, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:654, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑07‑2023
- Wetingang
(art. 6 EVRM)
Essentie
Overleden getuige en kader Post-Keskin: herhaling en toepassing HR 20 april 2021, ECLI:NL:HR:2021:576 en HR 12 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1418: in casu kon het hof, gelet op onder meer het bestaande steunbewijs en het niet aannemelijk zijn geworden van het door de verdediging geschetste alternatieve scenario, oordelen dat – ook al heeft de verdediging niet de gelegenheid gehad om de getuige te ondervragen – de procedure in haar geheel voldoet aan het door art. 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.
Uitspraak
Inleiding
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – ‘telkens met het oogmerk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.