V-N 2017/8.19
Volgens A-G geen onbeperkte terugwerkende kracht voor navordering van successierecht.
HR (A-G) 15-12-2016, ECLI:NL:PHR:2016:1350, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
15 december 2016
- Zaaknummer
16/03506
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925563:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Schenk- en erfbelasting (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:HR:2017:356, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1350, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑08‑2016
- Wetingang
art. 8:75 Awb; art. 66 lid 3 SW 1956
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de wetswijziging per 1 januari 2012 zich niet kan uitstrekken tot alle verkrijgingen van buitenlands vermogen krachtens erfrecht in het verleden.
Samenvatting
Belanghebbende, de heer X, maakt in februari 2014 voor de inkomstenbelasting melding van niet aangegeven vermogen. In deze vrijwillige verbetering staat dat het niet aangegeven buitenlandse vermogen in 1998 is verkregen door vererving van zijn moeder. In geschil is of terecht een navorderingsaanslag successierecht over 1998 is opgelegd. De navorderingsaanslag is gestoeld op het nieuwe art. 66 lid 3 SW 1956 dat op 1 januari 2012 is ingevoerd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.