Einde inhoudsopgave
Het deskundigenadvies in de civiele procedure (R&P nr. 165) 2008/4.3.8.2
4.3.8.2 De keuze om een deskundigenadvies in te winnen
G. de Groot, datum 20-10-2008
- Datum
20-10-2008
- Auteur
G. de Groot
- JCDI
JCDI:ADS449931:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
BGE 19 juni 2003, 5P.34/2003.
Habscheid 1990, p. 405; Oscar Vogel, Schweiz', in: Nicklisch 1984, p. 189; Vogel & Spühler 2006, nr. 154. Zie in de rechtspraak bijv. BGE 19 maart 2003, 5P.473/2002.
Berger & Güngerich 2008, nr. 782; Bettex 2006, p. 65-70; Hohl 2001, nr. 1043; Sabine Kofmel Ehrenzeller, 'Schweiz', in: Nagel/Bajons 2003, p. 586; Jolanta Kren Kostkiewicz, 'Das Beweisrecht in der Schweizerischen Rechtsordnung', in: The Law of Evidence in the European Union 2004, p. 452; Sutter-Somm 2007, nr. 724; Toelichting Entww f ZPO p. 104; Vogel & Spühler 2006, nr. 151. Zie bijv. ook BGE 8 april 2004, 4P.23412003, r.o. 4.2; BGE 8 januari 2007, 4P.248/2006, r.o. 2.6 en 2.6.1.
Bettex 2006, p. 39; Hohl 2001, nr. 1045.
Zie par. 4.3.6.1.
In sommige kantons kunnen door een partij ingewonnen en in het geding gebracht deskundigenadviezen slechts dienen ter onderbouwing van een partijstandpunt, in andere ook als bewijsmiddel. Zie: Bettex 2006, p. 212-213; Oscar Vogel, 'Schweiz', in: Nicklisch p. 195; Vogel & Spühler 2006, nr. 152.
Oscar Vogel, 'Schweiz', in: Nicklisch p. 195.
Meier 2003, p. 46.
Toelichting Entwurf ZPO p. 105.
De rechter kan ambtshalve of op verzoek van een partij een deskundige benoemen (art. 180 lid 1 Entwurf ZPO). Deze bevoegdheid dient de materiële waarheidsvinding.1 De deskundige is Richtergehilfe:2 hij stelt kennis of ervaring op zijn vakgebied ten dienste van de rechter. Een deskundige kan feiten ophelderen waarvoor bijzondere kennis is vereist, de rechter informeren over ervaringsregels op een bepaald vakgebied, en feiten beoordelen met behulp van kennis en ervaring op zijn vakgebied.3 De rechter is in beginsel vrij of hij deskundigen benoemt. Als een deskundigenadvies wordt gelast, vormt het voor een partij meestal een bewijsmiddel. De rechter mag bij de bewijswaardering eigen wetenschap gebruiken in plaats van een deskundige te benoemen, mits hij zijn kennis aan partijen openbaart en zij zich erover kunnen uitlaten (art. 180 lid 3 Entwurf ZPO). In gevallen waarin feiten niet ter vrije bepaling van partijen staan, is benoeming van een deskundige soms wettelijk voorgeschreven, bijvoorbeeld bij ondercuratelestelling (art. 374 Zivilgesetzbuch).4
Evenals in Duitsland5 kunnen aan een Obergutachter vragen worden voorgelegd in gevallen waarin meerdere deskundigen het niet eens zijn en de rechter niet voldoende gemotiveerd kan beslissen.
Partijdeskundige
Een partij kan ter onderbouwing van haar standpunt een deskundigenadvies in het geding brengen van een deskundige van haar voorkeur. In het Vorentwurf ZPO was een wettelijke grondslag voorzien om te bewerkstelligen dat het tevens als bewijsmiddel kan dienen (art. 182 Vorentwurf ZPO).6 Volgens de toelichting moet het aan de rechter worden overgelaten om per zaak aan de hand van alle omstandigheden van het geval te beoordelen of aan een partijdeskundigenadvies bewijskracht toekomt. Eerder had Vogel erop gewezen dat het Bundesgericht in 1986 een uitspraak in deze zin heeft gedaan.7 Volgens Meier moest de voorgestelde bepaling niet worden overgenomen in het uniforme procesrecht. De schijn van partijdigheid zal naar zijn verwachting te vaak worden ingeroepen en een partij die het bewijsrisico heeft, zal zich snel verplicht voelen een advies van een partijdeskundige in het geding te brengen. De wederpartij zal vervolgens eveneens een advies van een partijdeskundige willen inbrengen.8 In het Entwurf ZPO is in reactie op kritiek tijdens de consultatie een regel over de bewijskracht van een partijdeskundigenadvies achterwege gelaten.9