V-N 2019/51.10:LB-vrijstelling blijft ook na 2010 gelden voor pensioen van medewerker Wereldbank

V-N 2019/51.10

LB-vrijstelling blijft ook na 2010 gelden voor pensioen van medewerker Wereldbank

Documentgegevens:

HR 18-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1596, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 18 oktober 2019
Magistraten: De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
Zaaknummer: 18/02552
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
JCDI: JCDI:ADS92082:1
Vakgebied(en): Inkomstenbelasting / Belastbaar loon
Inkomstenbelasting / Periodieke uitkeringen en verstrekkingen
Loonbelasting / Vrijgesteld loon
Brondocumenten: Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑10‑2019
ECLI:NL:HR:2019:1596, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑10‑2019
Wetingang: art. 25 Wet IB 1964; art. 3.81 en 3.82 Wet IB 2001; art. 11 en 38 Wet LB 1964; hoofdstuk 2 art. I onderdeel O Invoeringswet Wet IB 2001

Essentie

De Hoge Raad oordeelt dat het gedeelte van de pensioenuitkeringen dat voortvloeit uit aanspraken die reeds bestonden op 31 december 1994, is vrijgesteld. Het schrappen van art. 38 Wet LB 1964 heeft er namelijk niet toe geleid dat art. 3.82 Wet IB 2001 van toepassing is op de pensioenuitkeringen.

Samenvatting

X woont in de periode 1979-1999 in de Verenigde Staten en werkt daar voor de Wereldbank. Sinds medio augustus 1999 ontvangt hij pensioenuitkeringen van de Wereldbank. Hiervoor heeft hij een eigen bijdrage betaald van ruim US$ 171.000. Het pensioen is in fiscale zin onzuiver. Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.