RvdW 2021/154
Beklag, beslag ex art. 98 Sv; beroep op verschoningsrecht voor ouderlingen Jehovah’s Getuigen. 1. Aanvullend klaagschrift valt buiten reikwijdte van art. 552a Sv. 2. Onjuist oordeel dat klaagschrift ongegrond kan worden verklaard zonder de beschikking van de rechter-commissaris over het beroep op verschoningsrecht af te wachten.
HR 19-01-2021, ECLI:NL:HR:2021:68
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 januari 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.L.J. van Strien, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
20/01673
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:68, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑01‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1101, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑10‑2020
- Wetingang
Essentie
Beklag, beslag ex art. 98 Sv op stukken in het hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen en woningen van ouderlingen van Jehovah’s Getuigen ter zake van verdenking van seksueel misbruik door leden van de gemeenschap; beroep op verschoningsrecht voor ouderlingen van Jehova’s Getuigen. 1. Het aanvullend klaagschrift valt buiten de reikwijdte van art. 552a Sv. 2. Het oordeel van de rechtbank dat het klaagschrift ongegrond kan worden verklaard zonder de beschikking van de rechter-commissaris over het beroep op het verschoningsrecht af te wachten is onjuist.
Samenvatting
1. Het oordeel dat het aanvullend klaagschrift betrekking heeft op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.