Einde inhoudsopgave
Gaswet
Artikel 10n (rapportageplicht)
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2024
- Bronpublicatie:
17-04-2024, Stb. 2024, 95 (uitgifte: 18-04-2024, kamerstukken: 36441)
- Inwerkingtreding
01-05-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2024, Stb. 2024, 114 (uitgifte: 30-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Energierecht (V)
1.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet zendt binnen een maand na afloop van een gasjaar een rapportage aan Onze Minister over:
- a.
de voortgang van de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 10i, in relatie tot de geldende planning;
- b.
in hoeverre het onttrekken van laagcalorisch gas aan het gastransportnet door een afnemer als bedoeld in artikel 10g, eerste lid, via diens aansluiting is beëindigd.
2.
Onze Minister verstrekt de informatie, bedoeld in het eerste lid, binnen vier weken na ontvangst daarvan aan de Autoriteit Consument en Markt.
3.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet informeert de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na inwerkingtreding van dit artikel welke afnemers in de gasjaren 2016/2017, 2017/2018 en 2018/2019 in ten minste twee van die gasjaren meer dan 100 miljoen m3 (n) gas hebben onttrokken via diens aansluiting die verbonden is met dat deel van het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, en verstrekt daarbij tevens informatie over de hoeveelheid gas dat per betrokken aansluiting in de hiervoor genoemde gasjaren is onttrokken.
4.
De netbeheerder van het landelijk gastransportnet verstrekt de Autoriteit Consument en Markt desgevraagd informatie over de hoeveelheid gas die een afnemer als bedoeld in het derde lid, via diens aansluiting heeft onttrokken aan dat deel van het landelijk gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd.
5.
De netbeheerders informeren de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na afloop van een gasjaar welke afnemers in het voorgaande gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas hebben onttrokken aan het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, of, voor zover van toepassing, dat geen enkele afnemer in dat gasjaar meer dan 100 miljoen m3(n) gas heeft onttrokken aan het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd.
6.
Indien een netbeheerder in een gasjaar op grond van artikel 10, zesde lid, onderdeel b, een aansluiting heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien waarvan hij vermoedt dat die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, en die al door hem van een aansluiting op het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd zijn voorzien, informeert hij de Autoriteit Consument en Markt binnen vier weken na afloop van dat gasjaar over het realiseren van die aansluiting en de locatie daarvan. De netbeheerder verstrekt daarbij tevens informatie over de betrokken afnemer of afnemers en de hoeveelheid gas die in dat voorafgaande gasjaar door middel van elke afzonderlijke aansluiting op het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd, is onttrokken.
7.
Indien een netbeheerder in een gasjaar op grond van artikel 10, zesde lid, onderdeel b, een aansluiting heeft gerealiseerd waarmee installaties van gas worden voorzien, waarvan hij vermoedt dat die behoren tot eenzelfde onderneming of instelling, die onderling technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars onmiddellijke nabijheid zijn gelegen, en al door een andere netbeheerder van een aansluiting op het gastransportnet waarmee laagcalorisch gas wordt getransporteerd zijn voorzien, informeert hij die andere netbeheerder en de Autoriteit Consument en Markt over dit vermoeden. Op verzoek van de Autoriteit Consument en Markt verstrekken beide netbeheerders de informatie, bedoeld in het zesde lid.