JAR 2014/293
Incidentele vordering op de voet van art. 843a lid 1 Rv tot afgifte vaststellingsovereenkomst met de huidige werkgever door voormalig werkgever in procedure inzake concurrentiebeding. Werknemer is in conflict met zijn voormalig werknemer over (schending van het) concurrentiebeding. De voormalig werkgever vordert schadevergoeding en boetes. Hij vordert inzage van de vaststellingsovereenkomst met de huidige werkgever teneinde te kunnen vaststellen of de werknemer aan het eerder gewezen vonnis, waarin onder meer de dwangsommen zijn opgelegd in het geval van niet nakoming, heeft voldaan.
Hof Amsterdam 13-05-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:1757
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
13 mei 2014
- Magistraten
Mrs. D.J. van der Kwaak, W.H.F.M. Cortenraad, D. Kingma
- Zaaknummer
200.109.886-01
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2014:1757, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑05‑2014
ECLI:NL:GHAMS:2013:568, Uitspraak, Hof Amsterdam, 26‑02‑2013
- Wetingang
Essentie
Werknemer en zijn voormalig werknemer procederen ter zake van beweerde overtreding van het concurrentiebeding door de werknemer. In het vonnis van de rechtbank is bepaald dat de werknemer schade dient te vergoeden (nader op te maken bij staat) en boetes moet betalen in verband met het schenden van zijn verplichtingen uit het concurrentiebeding. Tevens zijn er dwangsommen opgelegd voor het geval van niet nakoming. De werkgever vordert (in een incidentele vordering) op de voet van artikel 843a lid 1 Rv afgifte van de vaststellingsovereenkomst van de werknemer met zijn inmiddels nieuwe werkgever, teneinde in staat te worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.