RFR 2022/17
Is de vrouw uit hoofde van de Dozy-clausule in de huwelijkse voorwaarden schuldenaar in de zin van art. 6:151 lid 2 BW geworden?
HR 15-10-2021, ECLI:NL:HR:2021:1527
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 oktober 2021
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, G.C. Makkink
- Zaaknummer
20/01659
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631149:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht (V)
Personen- en familierecht / Relatievermogensrecht
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1527, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑10‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:396, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2021
- Wetingang
Art. 6:151 BW
Essentie
Verbintenissenrecht. Vermogensrecht. Rechtsvorderingen
Is de vrouw uit hoofde van de Dozy-clausule in de huwelijkse voorwaarden schuldenaar in de zin van art. 6:151 lid 2 BW geworden?
Samenvatting
Partijen zijn in 1982 in gemeenschap van goederen gehuwd. In 2011 hebben zij huwelijkse voorwaarden gesloten, waarin een uitsluiting van elke gemeenschap van goederen is opgenomen. Partijen hebben in de akte ook de gemeenschap verdeeld en er is een Dozy-clausule opgenomen, die luidt: ‘Ieder der echtgenoten stelt zich in verband met deze verdeling ten behoeve van de schuldeisers hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden die op de huwelijksgemeenschap konden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.