Einde inhoudsopgave
Wet giraal effectenverkeer
Artikel 11 [Beheer verzameldepot]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2011
- Bronpublicatie:
28-10-2010, Stb. 2010, 771 (uitgifte: 23-11-2010, kamerstukken: 31830)
- Inwerkingtreding
01-01-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2010, Stb. 2010, 833 (uitgifte: 24-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
1.
De intermediair is belast met het beheer van het verzameldepot.
2.
Hij kan tegenover derden de rechten van degenen aan wie het verzameldepot toebehoort, uitoefenen, indien dit voor een goed beheer dienstig kan zijn.
3.
Het tweede lid is niet van toepassing op het recht tot bijeenroeping van een vergadering van aandeelhouders of houders van andere effecten, tot het bijwonen van en het woordvoeren in een zodanige vergadering, tot het uitoefenen van stemrecht en tot het doen instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 345 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
4.
De intermediair is bevoegd tot een door hem gehouden verzameldepot behorende toonderstukken, te vervangen door een door de instelling die de effecten heeft uitgegeven terzake[lees: ter zake] van die effecten af te geven verzamelbewijs. Op het verzamelbewijs wordt, indien van toepassing, vermeld dat de intermediair door een aantekening op het verzamelbewijs te plaatsen dit mede betrekking kan doen hebben op andere effecten van dezelfde soort, en kan bewerkstelligen dat het verzamelbewijs niet langer betrekking heeft op een of meer effecten waarop het voorafgaand aan de plaatsing van de aantekening betrekking had.
5.
De intermediair is bevoegd effecten aan toonder als bedoeld in het vierde lid op naam te doen stellen.
6.
De intermediair oefent de in het vierde en vijfde lid genoemde bevoegdheden uitsluitend uit met instemming van de instelling die de effecten heeft uitgegeven.