Einde inhoudsopgave
Wet giraal effectenverkeer
Artikel 10 [Inhoud depot]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2016
- Bronpublicatie:
29-10-2015, Stb. 2015, 428 (uitgifte: 24-11-2015, kamerstukken: 34198)
- Inwerkingtreding
01-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2015, Stb. 2015, 504 (uitgifte: 16-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Tot een verzameldepot behoren:
- a.
alle effecten van de betreffende soort die onder de intermediair berusten, voor de intermediair worden bewaard of aan de intermediair zijn geleverd, met uitzondering van effecten aan toonder ten aanzien waarvan de intermediair tot afzonderlijke bewaring verplicht is;
- b.
het ten name van de intermediair staande aandeel in het verzameldepot van effecten van de betreffende soort bij een andere intermediair;
- c.
het ten name van de aangesloten instelling staande aandeel in het in hoofdstuk 3 bedoelde girodepot van effecten van de betreffende soort;
- d.
het ten name van de intermediair staande tegoed terzake[lees: ter zake] van effecten van de betreffende soort, dat wordt aangehouden bij een instelling in het buitenland;
- e.
in het geval dat effecten als bedoeld onder a verloren zijn gegaan, de rechten daaruit of de daarvoor in de plaats getreden vorderingen tot vergoeding, alsmede hetgeen uit hoofde daarvan is ontvangen;
- f.
alle overige goederen die geacht moeten worden in de plaats te zijn getreden van onder a bedoelde effecten, van een onder b of c bedoeld aandeel of van een onder d bedoeld tegoed.