Einde inhoudsopgave
Warenwetregeling Monsterneming
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 11-05-1989. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 30-07-1988
- Bronpublicatie:
20-04-1989, Stcrt. 1989, 89 (uitgifte: 10-05-1989, regelingnummer: 684970)
- Inwerkingtreding
11-05-1989, terugwerkend tot: 30-07-1988
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-04-1989, Stcrt. 1989, 89 (uitgifte: 10-05-1989, regelingnummer: 684970)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Informatierecht / Reclame
1.
Na de monsterneming wordt het monster ter plaatse, eventueel na verpakking, verzegeld en zodanig van een opschrift voorzien, dat de herkomst vaststaat.
2.
De monsterneming, de verpakking, het transport en de bewaring van de monsters behoort dusdanig te geschieden, dat verandering van eigenschappen zoveel mogelijk wordt voorkomen, in zoverre deze veranderingen van invloed op de beoordeling zouden kunnen zijn.
3.
De verzegeling behoort zodanig te geschieden, dat opening der verpakking zonder beschadiging van verpakkingsmateriaal of van het zegel onmogelijk is.
4.
Dadelijk na de monsterneming dient daarvan door de monsternemer aantekening te geschieden in een tot dat doel gehouden zakboekje waarbij vermeld worden naam en woonplaats van de belanghebbende, plaats, datum en uur van monsterneming, naam van de bemonsterde waar of van het bemonsterde artikel en nummer en merk van de verpakking. Tevens kunnen andere gegevens die voor een juiste beoordeling van belang mochten zijn of welke de monsternemer vermeldenswaard mocht achten, aangetekend worden.
5.
Nadat de monsters in het laboratorium ontvangen zijn, worden alle gegevens in de administratie opgenomen met vermelding van de naam van de monsternemer.