RBP 2014/3
Beslagexploot. Geldt art. 66 lid 1 Rv ook voor een beslagexploot dat wordt bedreigd met nietigheid?
HR 04-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3771 (Carrier Tanker/LR Ice Shipping)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 oktober 2013
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot
- Zaaknummer
13/00007
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Roepnaam
Carrier Tanker/LR Ice Shipping
- JCDI
JCDI:ADS915687:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:CA3771, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑10‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:CA3771, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑06‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑10‑2012
- Wetingang
Art. 66, 767, 440 lid 1 aanhef en onder a, art. 702 lid 1 Rv
Essentie
Beslagexploten. Nietigheid. Onredelijke benadeling.
Geldt art. 66 lid 1 Rv ook voor een beslagexploot dat wordt bedreigd met nietigheid?
Samenvatting
Een eigenaar van een beschadigde Noorse tanker heeft in Nederland conservatoir vreemdelingenbeslag gelegd op een onder Liberiaanse vlag varende tanker die de schade heeft veroorzaakt. Dat schip lag afgemeerd in Amsterdam. In het beslagexploot is in strijd met art. 440 lid 1, aanhef en onder a, jo. art. 702 lid 1 Rv niet de werkelijke vestigingsplaats van de beslaglegger vermeld. In de bodemzaak stelt de beslagdebiteur dat de Nederlandse rechter onbevoegd is ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.