NJB 2015/1741
Bewijsuitsluiting art. 359a Sv vanwege bewijsverkrijging door misbruik te maken (détournement de pouvoir) van controlebevoegdheid tot geven stopteken conform art. 160 WVW 1994? In casu heeft het hof de wettelijke beoordelingsfactoren genoemd, maar ontbreekt een kenbare weging en waardering van de voor toepassing van art. 359a Sv relevante factoren; oordeel tot bewijsuitsluiting aldus niet naar behoren met redenen omkleed
HR 22-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2775
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/03567
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2775, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1816, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑06‑2015
- Wetingang
Essentie
Bewijsuitsluiting art. 359a Sv vanwege bewijsverkrijging door misbruik te maken (détournement de pouvoir) van controlebevoegdheid tot geven stopteken conform art. 160 WVW 1994? In casu heeft het hof de wettelijke beoordelingsfactoren genoemd, maar ontbreekt een kenbare weging en waardering van de voor toepassing van art. 359a Sv relevante factoren; oordeel tot bewijsuitsluiting aldus niet naar behoren met redenen omkleed
Uitspraak
Inleiding:
OM-cassatie. Verdachte is vrijgesproken – kort gezegd – van opzettelijk vervoer en van opzettelijk aanwezig hebben gehad van (ongeveer) 2,95 kilogram hennep. De vrijspraak is het gevolg van bewijsuitsluiting.
De raadsman had ter terechtzitting in hoger beroep betoogd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.