V-N 2018/38.11
Niet-aftrekbaarheid valutaverliezen ter zake van deelneming niet in strijd met EU-vestigingsvrijheid volgens A-G
HR (Parket) 12-06-2018, ECLI:NL:PHR:2018:687, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
12 juni 2018
- Zaaknummer
15/00878
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929241:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Vennootschapsbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Europese verdragsvrijheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1969, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:687, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑06‑2018
ECLI:NL:HR:2016:1351, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑07‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2197, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 01‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑04‑2015
- Wetingang
Essentie
A-G Wattel is van mening dat het HvJ EU in het arrest inhoudelijke fouten gemaakt lijkt te hebben, maar het is een ‘acte clair’ dat hij bij een correct begrip van de finesses van de Nederlandse fiscale eenheid en voorkomingstechniek tot dezelfde uitkomst gekomen zou zijn.
Samenvatting
Belanghebbende, X nv, is de moedermaatschappij van een fiscale eenheid voor de VPB en heeft direct een 100%-belang in een vennootschap in het Verenigd Koninkrijk (de VK-deelneming). De VK-deelneming houdt deelnemingen in andere in het VK gevestigde vennootschappen (de VK-groep) en middellijk een deelneming in een in Nederland gevestigde subholding. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.