FED 2016/10
Geen opname niet-belastingplichtige holding in fiscale eenheid BTW
HR 11-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2498, m.nt. G.J. van Norden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 september 2015
- Magistraten
Overgaauw, Van Vliet, Bavinck, Punt, Van Loon
- Zaaknummer
14/01003
- Noot
G.J. van Norden
- JCDI
JCDI:ADS273856:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2498, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2014:1892, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑04‑2014
- Wetingang
Art. 7 lid 4 Wet OB 1968
Essentie
Geen opname niet-belastingplichtige holding in fiscale eenheid BTW
Samenvatting
Belanghebbende, een niet-belastingplichtige holding, hield alle aandelen in A BV en C BV. Enig aandeelhouder van belanghebbende was B. Hij was bestuurder en beleidsbepaler van zowel belanghebbende als van A BV. A BV had een belang in D BV. D BV oefende een belastingadviespraktijk uit. A BV verrichtte aan D BV tegen vergoeding diensten en was derhalve belastingplichtige. B verrichtte feitelijk de diensten van A BV die de werkzaamheden van belastingadviseur betroffen. B had voor het verrichten van deze diensten een arbeidsovereenkomst met A BV. C BV had deelnemingen in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.