NJB 2024/1058:Bestanddeel ‘voorbedachte raad’: herhaling en toepassing HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:963. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, mede erop gelet dat hij een uur had om het feit te plegen, hij bij het doden van het slachtoffer gebruik heeft gemaakt van drie verschillende voorwerpen (een bijl, een onkruidwieder op een stok en een touw), die de verdachte tevoren op meerdere plaatsen in het gebouw moet hebben opgehaald met het doel het slachtoffer van het leven te beroven, en dat het slachtoffer door de verdachte van achteren is aangevallen en dat het slachtoffer daarbij totaal verrast is door het tegen hem uitgeoefende geweld. Daarbij komt dat niet aannemelijk is dat de verdachte heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling.