NJB 2024/1058
Bestanddeel ‘voorbedachte raad’: herhaling en toepassing HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:963. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, mede erop gelet dat hij een uur had om het feit te plegen, hij bij het doden van het slachtoffer gebruik heeft gemaakt van drie verschillende voorwerpen (een bijl, een onkruidwieder op een stok en een touw), die de verdachte tevoren op meerdere plaatsen in het gebouw moet hebben opgehaald met het doel het slachtoffer van het leven te beroven, en dat het slachtoffer door de verdachte van achteren is aangevallen en dat het slachtoffer daarbij totaal verrast is door het tegen hem uitgeoefende geweld. Daarbij komt dat niet aannemelijk is dat de verdachte heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling.
HR 23-04-2024, ECLI:NL:HR:2024:644
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 april 2024
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, T. Kooijmans, C.N. Dalebout
- Zaaknummer
22/01523
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2024:644, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑04‑2024
ECLI:NL:PHR:2024:90, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 23‑01‑2024
- Wetingang
(art. 289 Sr; art. 51f Sv; art. 6:108 BW)
Essentie
Bestanddeel ‘voorbedachte raad’: herhaling en toepassing HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:963. In casu kon het hof oordelen dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, mede erop gelet dat hij een uur had om het feit te plegen, hij bij het doden van het slachtoffer gebruik heeft gemaakt van drie verschillende voorwerpen (een bijl, een onkruidwieder op een stok en een touw), die de verdachte tevoren op meerdere plaatsen in het gebouw moet hebben opgehaald met het doel het slachtoffer van het leven te beroven, en dat het slachtoffer door de verdachte van achteren is aangevallen en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.