Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht
Artikel 71 Evaluatie van individuele activawaarden
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2013
- Bronpublicatie:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Inwerkingtreding
11-04-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2012, PbEU 2013, L 83 (uitgifte: 22-03-2013, regelingnummer: 231/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
Een abi-beheerder zorgt ervoor dat alle activa die de abi in portefeuille heeft, getrouw en adequaat zijn gewaardeerd. De abi-beheerder documenteert per activasoort op welke wijze de adequaatheid en getrouwheid van de individuele waarden worden getoetst. De abi-beheerder kan te allen tijde aantonen dat de portefeuilles van de door hem beheerde abi's accuraat zijn gewaardeerd.
2.
In de gedragslijnen en procedures voor de waardering wordt een procedure vastgelegd voor de evaluatie van individuele activawaarden ingeval er een wezenlijk risico op een onjuiste waardering bestaat, zoals in de volgende gevallen:
- a)
de waardering is gebaseerd op prijzen die van slechts één tegenpartij of broker afkomstig zijn;
- b)
de waardering is gebaseerd op prijzen bij illiquide handel;
- c)
de waardering wordt beïnvloed door met de abi-beheerder gelieerde partijen;
- d)
de waardering wordt beïnvloed door andere entiteiten die een financieel belang bij de prestatie van de abi kunnen hebben;
- e)
de waardering is gebaseerd op prijzen die afkomstig zijn van de tegenpartij die de initiator van een instrument is, met name wanneer de initiator ook de positie van de abi in het instrument financiert;
- f)
de waardering wordt door een of meer personen binnen de abi beïnvloed.
3.
De evaluatieprocedure wordt beschreven in de gedragslijnen en procedures voor de waardering en omvat toereikende en passende verificaties en controles van de redelijkheid van individuele waarden. Bij het toetsen van de redelijkheid wordt nagegaan of er sprake is van een voldoende mate van objectiviteit. De genoemde verificaties en controles omvatten te minste het volgende:
- a)
verifiëren van de waarden door een vergelijking te maken in de tijd van de van tegenpartijen afkomstige prijzen;
- b)
valideren van de waarden door de gerealiseerde prijzen met de recente boekwaarden te vergelijken;
- c)
in aanmerking nemen van de reputatie, consistentie en kwaliteit van de bron van de waarderingen;
- d)
een vergelijking maken met de door een derde geproduceerde waarden;
- e)
onderzoeken en documenteren van vrijstellingen;
- f)
belichten en onderzoeken van verschillen die ongewoon lijken of variëren naargelang van de voor de activasoort vastgestelde benchmark voor de waardering;
- g)
testen voor niet-actuele prijzen en impliciete parameters;
- h)
een vergelijking maken met de prijzen van gerelateerde activa of de hedgingtransacties daarvan;
- i)
toetsen van de bij modelmatige prijsbepaling gebruikte inputs, en met name van de prijsbepalingen waarbij de modelprijs een grote gevoeligheid vertoont.
4.
In de gedragslijnen en procedures voor de waardering zijn passende escalatiemaatregelen opgenomen om verschillen of andere problemen bij de waardering van activa aan te pakken.