BNB 2003/319
Vergunninghouder van accijnsgoederenplaats is accijns voor gestolen goederen verschuldigd
HR 05-09-2003, ECLI:NL:HR:2003:AF0417, m.nt. B. Sio
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 september 2003
- Magistraten
Zuurmond; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
37 685
- Noot
B. Sio
- LJN
AF0417
- JCDI
JCDI:ADS908475:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2003:AF0417, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 05‑09‑2003
ECLI:NL:HR:2003:AF0417, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑09‑2003
- Wetingang
Art. 20, tweede lid, AWR; art. 88, eerste lid, Wet op de accijns; art. 14, eerste lid, Accijnsrichtlijn
Essentie
Vergunninghouder van accijnsgoederenplaats is accijns voor gestolen goederen verschuldigd
Samenvatting
Belanghebbende is houder van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats. Uit deze accijnsgoederenplaats zijn rooktabak en sigaretten gestolen. Voor de op de gestolen goederen verschuldigde accijns is aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd.
HR: Uit de geschiedenis van de totstandkoming van art. 88, eerste lid, Wet op de accijns blijkt dat de wetgever daarmee in de wet heeft willen vastleggen dat ook ter zake van goederen die uit een accijnsgoederenplaats zijn gestolen, heffing van accijns dient plaats te vinden, en wel bij de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats, omdat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.