NJB 2013/620:Rechtstreekse werking EU-rechtelijk beginsel? Legaliteitsbeginsel. Prejudiciële vraag over betrokkenheid bij fraude en de toepassing van het nultarief. Rechtstreekse werking van het EU-rechtelijke beginsel dat een belastingplichtige die betrokken is bij btw-fraude of misbruik geen recht kan doen gelden op de vrijstelling voor intracommunautaire leveringen en het recht op aftrek? Of dient voor de toepassing van dit beginsel een grondslag aanwezig te zijn in nationale wettelijke bepalingen? Parallelle procedures; stukken waarover – naar gesteld – de rechter in de strafrechtelijke procedure niet heeft beschikt maar die wel zijn overgelegd in de latere belastingprocedure; motiveringsplicht belastingrechter in verband met die stukken