JWB 2016/39
Procesrecht, griffierecht, rechtsmiddelenverbod, devolutieve werking appel
HR 22-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:100
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 januari 2016
- Zaaknummer
14/05057
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:100, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2014, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑08‑2014
- Wetingang
Art. 127a lid 2 Rv, art. 127a lid 3 Rv
Essentie
Procesrecht, griffierecht, rechtsmiddelenverbod, devolutieve werking appel
Samenvatting
Casus
De eiseres tot cassatie heeft tegen de verweerders in cassatie een vordering ingesteld primair op basis van een overeenkomst en subsidiair uit hoofde van afgebroken onderhandelingen. De kantonrechter heeft de primaire vorderingen grotendeels toegewezen. De verweerders in cassatie hebben tegen het vonnis van de kantonrechter hoger beroep ingesteld. Zij hebben het griffierecht te laat betaald. Het hof laat de toepassing van art. 127a lid 2 Rv buiten toepassing omdat het tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden. Bij het eindarrest heeft het hof de beslissing van het kantonrechter vernietigd en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.