AB 2019/7
Kartelverbod. Onderzoeksplicht ACM of gedragingen in staat zijn de mededinging te beperken.
CBb 23-10-2018, ECLI:NL:CBB:2018:526, m.nt. A. Outhuijse en J.J.A. Waverijn
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
23 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. J.L.W. Aerts, W.A.J. van Lierop, H.S.J. Albers
- Zaaknummer
16/580, 16/581, 16/582, 16/583 en 16/1012
- Noot
A. Outhuijse en J.J.A. Waverijn
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS930101:1
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Mededingingsrecht / Mededingingsafspraken
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2018:526, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 23‑10‑2018
- Wetingang
Essentie
Boetes kartelverbod voor marktverdelingsafspraken (franchise-overeenkomst). ACM stelt in lijn met eerdere rechtspraak College dat voor strekkingsbeperkingen moet worden onderzocht of gedragingen in staat zijn de mededinging te beperken.
Samenvatting
ACM stelt dat het contextonderzoek in verband met de beoordeling van de concrete geschiktheid van een gedraging om de mededinging te beperken moet worden onderscheiden van andere (markt)onderzoeken in mededingingsrechtelijk kader. Bij een contextonderzoek gaat het niet om een onderzoek naar de feitelijke of potentiële mededingingsbeperkende gevolgen. Het onderzoek dient vast te stellen of sprake is van een mededingingsbeperkende strekking. Na die vaststelling mag een onderzoek naar de gevolgen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.