NJ 2014/310
Deskundigenbericht; tijdigheid van klacht over gebrek aan onpartijdigheid van deskundige in zin art. 198 lid 1 Rv; eisen goede procesorde; stelplicht.
HR 02-05-2014, ECLI:NL:HR:2014:1067, m.nt. Redactionele aantekening
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 mei 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, C.E. Drion, G. Snijders
- Zaaknummer
13/02246
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161876:1
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:1067, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑05‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:83, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2013
- Wetingang
Art. 194, 198 Rv
Essentie
Deskundigenbericht; tijdigheid van klacht over gebrek aan onpartijdigheid van deskundige in zin art. 198 lid 1 Rv; eisen goede procesorde; stelplicht.
Bij de beantwoording van de vraag op welk moment een partij dient te klagen indien haar tijdens het deskundigenonderzoek feiten en omstandigheden bekend worden die haar doen twijfelen aan de onpartijdigheid van de deskundige, geldt als uitgangspunt dat de klacht tijdig is aangevoerd indien zij door die partij naar voren wordt gebracht in haar eerste gedingstuk nadat het rapport van de deskundige is gedeponeerd. Dit kan anders zijn wanneer de eisen van een goede procesorde meebrengen dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.