Regeling erkenning tenaamstelling
Artikel 2 Erkenningseisen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2014
- Bronpublicatie:
21-11-2013, Stcrt. 2013, 32734 (uitgifte: 13-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/267990)
- Inwerkingtreding
01-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2013, Stcrt. 2013, 32734 (uitgifte: 13-12-2013, regelingnummer: IENM/BSK-2013/267990)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Kentekens en kentekenbewijzen
1.
De aanvrager van een erkenning heeft in ten minste 80% van de gemeenten met meer dan 10.000 inwoners een vestiging waar de tenaamstelling en schorsing van voertuigen kan worden verleend. Indien de aanvrager in een gemeente geen vestiging heeft, heeft hij een vestiging in een naastliggende gemeente.
2.
De aanvrager stelt zekerheid voor een bedrag ter grootte van de geschatte omzet van de te verlenen tenaamstellingen en schorsingen over twee maanden Onder omzet wordt verstaan het totale bedrag van de te betalen tarieven dat het erkende bedrijf na erkenning aan de Dienst Wegverkeer verschuldigd zal zijn.
3.
De aanvrager legt bij de aanvraag een door de Dienst Wegverkeer goedgekeurd kwaliteitshandboek over waarin een beschrijving is opgenomen van de met de tenaamstelling en schorsing samenhangende procedures, de instructies, controlemaatregelen, de technische handelingen alsmede de administratieve handelingen, de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en kennis van het daarbij betrokken personeel.