NJ 2023/174
Constatering overschrijding redelijke termijn in hoger beroep als gevolg van maatregelen i.h.k.v. het COVID-19-virus. Geen strafvermindering.
HR 09-05-2023, ECLI:NL:HR:2023:688
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
9 mei 2023
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, A.E.M. Röttgering, C. Caminada
- Zaaknummer
21/03470
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS702658:1
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:688, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 09‑05‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:253, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑01‑2022
- Wetingang
Art. 6 lid 1 EVRM
Essentie
Constatering overschrijding redelijke termijn in hoger beroep als gevolg van maatregelen i.h.k.v. het COVID-19-virus. Geen strafvermindering.
Samenvatting
De Hoge Raad stelt m.b.t. de redelijke termijn de relevante overwegingen voorop uit NJ 2008/358, m.nt. P.A.M. Mevis m.b.t. de duur van die termijn (r.o. 3.13 t/m 3.16) en de rechtsgevolgen bij overschrijding daarvan (r.o. 3.21 en 3.23).
Bij zijn oordeel over de vraag of sprake is van bijzondere omstandigheden die meebrengen dat bedoelde redelijke termijn moet worden verruimd, of over de vraag welk gevolg aan een geconstateerde overschrijding van de redelijke termijn moet worden verbonden, kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.