Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2009/133/EG betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 15-12-2009
- Bronpublicatie:
19-10-2009, PbEU 2009, L 310 (uitgifte: 25-11-2009, regelingnummer: 2009/133/EG)
- Inwerkingtreding
15-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2009, PbEU 2009, L 310 (uitgifte: 25-11-2009, regelingnummer: 2009/133/EG)
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Fusie en splitsing
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Vennootschapsbelasting (V)
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Belastingplichtige
1.
Wanneer:
- a)
een SE of een SCE haar statutaire zetel van een lidstaat naar een andere lidstaat verplaatst, of
- b)
ingevolge de verplaatsing van haar statutaire zetel van een lidstaat naar een andere lidstaat, een SE of een SCE die haar fiscale woonplaats in de eerste lidstaat heeft, niet langer haar fiscale woonplaats heeft in die lidstaat, en een nieuwe fiscale woonplaats in een andere lidstaat verkrijgt,
leidt deze verplaatsing van de statutaire zetel of de opheffing van de fiscale woonplaats niet tot enigerlei belastingheffing over de vermogenswinst in de lidstaat van waar de statutaire zetel is verplaatst, welke wordt berekend overeenkomstig artikel 4, lid 1, en voortvloeit uit de activa en passiva van de SE of de SCE die bijgevolg feitelijk verbonden blijven met een vaste inrichting van de SE of de SCE in de lidstaat van waar de statutaire zetel is verplaatst, en die bijdragen tot de totstandkoming van de resultaten welke in aanmerking worden genomen voor de belastinggrondslag.
2.
Lid 1 is slechts van toepassing indien de SE of de SCE verdere afschrijvingen, alsook meerwaarden en waardeverminderingen betreffende de activa en passiva die feitelijk verbonden blijven met die vaste inrichting, berekent alsof de statutaire zetel niet was verplaatst, dan wel de SE of de SCE haar fiscale woonplaats nog steeds in die lidstaat heeft.
3.
Indien de wetgeving van de lidstaat van waar de statutaire zetel is verplaatst de SE of de SCE toestaat verdere afschrijvingen, alsook meerwaarden en waardeverminderingen betreffende de activa en passiva die in die lidstaat achterblijven, te berekenen onder voorwaarden welke afwijken van die van lid 2, is lid 1 niet van toepassing op de activa en passiva waarvoor van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt.