NJ 2009, 416
Vorderingen die ten tijde van de faillietverklaring tot het vermogen van de gefailleerde behoren, zijn in beginsel vatbaar voor overdracht door de curator aan een derde (art. 3:83 lid 1 BW).
HR 24-04-2009, ECLI:NL:HR:2009:BF3917, m.nt. P. van Schilfgaarde (Dekker/Lutèce)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 april 2009
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, O. de Savornin Lohman, E.J. Numann, F.B. Bakels, W.D.H. Asser
- Zaaknummer
C07/108HR
- Conclusie
A-G Verkade
- Noot
P. van Schilfgaarde
- LJN
BF3917
- Roepnaam
Dekker/Lutèce
- JCDI
JCDI:ADS161002:1
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Insolventierecht / Faillissement
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2009:BF3917, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑04‑2009
ECLI:NL:HR:2009:BF3917, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑04‑2009
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑03‑2007
- Wetingang
Essentie
Faillissement. Overdraagbaarheid van tot vermogen gefailleerde behorende vordering. Faillissementspaulliana; relatieve wraking. 'Peeters/Gatzen-vordering': opbrengst in boedel?
Vorderingen die ten tijde van de faillietverklaring tot het vermogen van de gefailleerde behoren, zijn in beginsel vatbaar voor overdracht door de curator aan een derde (art. 3:83 lid 1 BW).
De vernietiging krachtens de faillissementspauliana werkt alleen ten opzichte van de boedel. Dit en de voor de vernietiging door de wet gestelde eis van benadeling brengen mee dat de vernietiging geen verdere strekking heeft dan dat de rechtsgevolgen van de vernietigde rechtshandeling niet tegenover de boedel kunnen worden ingeroepen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.