AB 2022/236
Rechter verplicht het bestuur recht van vruchtgebruik opnieuw in te schrijven, ook al is doorhaling ervan niet tijdig in rechte aangevochten en bijgevolg onherroepelijk geworden.
HvJ EU 10-03-2022, ECLI:EU:C:2022:175, m.nt. H.S. Al-Nassar en R.J.G.M. Widdershoven (Grossmania)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
10 maart 2022
- Magistraten
A. Prechal, J. Passer, F. Biltgen, L.S. Rossi, N. Wahl
- Zaaknummer
C-177/20
- Noot
H.S. Al-Nassar en R.J.G.M. Widdershoven
- Roepnaam
Grossmania
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS658209:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Algemeen
Goederenrecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
Goederenrecht / Genotsrechten
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2022:175, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 10‑03‑2022
ECLI:EU:C:2021:748, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
Rechter moet regeling die in strijd is met EU-recht buiten toepassing laten en het bestuur gelasten het recht van vruchtgebruik opnieuw in te schrijven, ook al is doorhaling ervan niet tijdig in rechte aangevochten en bijgevolg onherroepelijk geworden.
Samenvatting
In casu is het niet uitgesloten dat de twijfel van de verwijzende rechter om de met art. 63 VWEU strijdige regeling buiten toepassing te laten voortvloeit uit het feit dat het definitieve karakter van de doorhaling van de rechten van vruchtgebruik hem belet om in het geding alle gevolgen te trekken uit de vastgestelde onrechtmatigheid van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.