RvdW 2014/1246
Arubaanse zaak. Ontslag op staande voet wegens dringende reden; vereiste van onverwijlde mededeling van dringende reden; strekking; geldigheid ontslag ingeval slechts gedeelte van medegedeelde reden komt vast te staan; vereisten; stelplicht en bewijslast.
HR 07-11-2014, ECLI:NL:HR:2014:3126
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 november 2014
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04452
- Conclusie
plv. P-G mr. C.L. de Vries Lentsch-Kostense
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:3126, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑11‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:1639, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑09‑2013
- Wetingang
Art. 7A:1615o BWA; art. 7:677 BW
Essentie
Arubaanse zaak. Ontslag op staande voet wegens dringende reden; vereiste van onverwijlde mededeling van dringende reden; strekking; geldigheid ontslag ingeval slechts gedeelte van medegedeelde reden komt vast te staan; vereisten; stelplicht en bewijslast.
Bij opzegging van een arbeidsovereenkomst om een dringende reden dient naar het recht van Aruba de reden onverwijld aan de wederpartij te worden meegedeeld (art. 7A:1615o BWA). De strekking hiervan is dezelfde als die van de gelijksoortige eis van art. 7:677 lid 1 BW, te weten dat voor de wederpartij onmiddellijk duidelijk behoort te zijn welke eigenschappen of gedragingen de ander hebben genoopt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.