Einde inhoudsopgave
Wet minimumbelasting 2024
Artikel 8.3 Uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid
Geldend
Geldend van 31-12-2023 tot 31-12-2024
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31-12-2023.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Inwerkingtreding
31-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Vakgebied(en)
Minimumbelasting (V)
1.
Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid over een verslagjaar van alle in een staat gevestigde groepsentiteiten van een multinationale groep of binnenlandse groep bedraagt de som van de uitzondering voor werknemerslasten van alle in die staat gevestigde groepsentiteiten in het verslagjaar en de uitzondering voor materiële activa van alle in die staat gevestigde groepsentiteiten in het verslagjaar.
2.
De uitzondering voor werknemerslasten van een in een staat gevestigde groepsentiteit in een verslagjaar bedraagt 9,8% van de in het verslagjaar in aanmerking komende loonkosten ter zake van de in het verslagjaar in aanmerking komende werknemers die in die staat activiteiten verrichten voor de multinationale groep of binnenlandse groep, met uitzondering van de in aanmerking komende loonkosten die:
- a.
gekapitaliseerd en opgenomen zijn in de boekwaarde van de in aanmerking komende materiële activa;
- b.
toerekenbaar zijn aan inkomen dat overeenkomstig artikel 6.12 is uitgesloten.
3.
De uitzondering voor materiële activa van een in een staat gevestigde groepsentiteit in een verslagjaar bedraagt 7,8% van de boekwaarde van de in het verslagjaar in aanmerking komende materiële activa die in de staat zijn gelegen, met uitzondering van:
- a.
de boekwaarde van onroerende zaken, inclusief grond en gebouwen, die worden gehouden voor de verkoop, om te leasen of als belegging;
- b.
de boekwaarde van materiële activa die worden gebruikt om inkomen te genereren dat op de voet van artikel 6.12 is uitgesloten.
4.
De boekwaarde van de in een verslagjaar in aanmerking komende materiële activa is het gemiddelde van de boekwaarde van de in aanmerking komende materiële activa aan het begin en het einde van het verslagjaar, zoals opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening van de uiteindelijkemoederentiteit, verminderd met de geaccumuleerde afwaardering, afschrijvingen en waardeverminderingen en vermeerderd met het bedrag dat toerekenbaar is aan de gekapitaliseerde werknemerslasten.
5.
Voor de toepassing van het tweede en derde lid zijn de in aanmerking komende loonkosten en de in aanmerking komende materiële activa van een groepsentiteit die een vaste inrichting is, de in aanmerking komende loonkosten en de in aanmerking komende materiële activa die op de voet van artikel 6.13, eerste, tweede en derde lid, zijn opgenomen in de afzonderlijke financiële verslaggeving van die vaste inrichting, voor zover deze kosten en activa worden gealloceerd aan de staat waarin de vaste inrichting is gelegen. De in aanmerking komende loonkosten en de in aanmerking komende materiële activa van een vaste inrichting worden niet in aanmerking genomen door de hoofdentiteit van de vaste inrichting.
6.
Indien het inkomen van een vaste inrichting op de voet van artikel 6.14, eerste lid, of artikel 10.1, vierde lid, is verminderd, worden de in aanmerking komende loonkosten en de in aanmerking komende materiële activa van die vaste inrichting in dezelfde mate uitgesloten voor de berekening van het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid voor de multinationale groep of binnenlandse groep op de voet van dit artikel.
7.
In aanmerking komende loonkosten ter zake van in aanmerking komende werknemers en in aanmerking komende materiële activa die zijn betaald door, onderscheidenlijk die eigendom zijn van, een doorkijkentiteit worden, mits ze niet zijn toegerekend op grond van het vijfde en zesde lid, toegerekend aan:
- a.
de groepsentiteit-belanghouder van de doorkijkentiteit, naar evenredigheid van het bedrag dat op de voet van artikel 6.14, derde lid, aan hem wordt toegerekend, indien de in aanmerking komende werknemers en de in aanmerking komende materiële activa zich bevinden in dezelfde staat als de groepsentiteit-belanghouder; en
- b.
de doorkijkentiteit, indien zij de uiteindelijkemoederentiteit is, verminderd naar evenredigheid van het inkomen dat niet is meegenomen in de berekening van het kwalificerende inkomen van de doorkijkentiteit op de voet van artikel 10.1, eerste lid, indien de in aanmerking komende werknemers en de in aanmerking komende materiële activa zich bevinden in dezelfde staat als de doorkijkentiteit.
8.
De na de toepassing van het zevende lid, onderdelen a en b, resterende in aanmerking komende loonkosten en de resterende in aanmerking komende materiële activa van de doorkijkentiteit worden niet meegenomen in de berekening van het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid van een multinationale groep of binnenlandse groep.
9.
Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid van een staatloze groepsentiteit wordt over een verslagjaar afzonderlijk van het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid van alle andere groepsentiteiten berekend. Deze berekening geschiedt overeenkomstig dit artikel.
10.
Het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid berekend op de voet van dit artikel bevat niet de uitzondering voor werknemerslasten en de uitzondering voor materiële activa van in een staat gevestigde beleggingsentiteiten.
11.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
in aanmerking komende loonkosten: uitgaven voor werknemersbeloningen, waaronder salarissen, lonen, loonbelastingen en belastingen op arbeid en andere uitgaven die een werknemer een rechtstreeks en persoonlijk voordeel opleveren, zoals ziektekosten- en pensioenbijdragen en werkgeverbijdragen voor de sociale zekerheid;
- b.
in aanmerking komende werknemers: voltijd- en deeltijdwerknemers van een groepsentiteit en zelfstandige contractanten die onder toezicht en controle van de multinationale groep of binnenlandse groep deelnemen aan de normale bedrijfsactiviteiten van de multinationale groep of binnenlandse groep;
- c.
in aanmerking komende materiële activa:
- 1°
in een staat gelegen materiële vaste activa;
- 2°
in een staat gelegen natuurlijke rijkdommen;
- 3°
het gebruiksrecht van een lessee op in een staat gelegen materiële vaste activa;
- 4°
een licentie of een daarmee vergelijkbare regeling van een overheid, daaronder mede begrepen een staatkundig onderdeel of lokale autoriteit van een overheid, voor het gebruik van een in een staat gelegen onroerende zaak of voor de exploitatie van in een staat gelegen natuurlijke rijkdommen die een aanzienlijke investering in materiële activa met zich brengt.