Einde inhoudsopgave
Wet minimumbelasting 2024
Artikel 8.8 Tijdelijke veilige haven: kwalificerend landenrapport
Geldend
Geldend van 31-12-2023 tot 31-12-2024. Let op: wordt geraakt door terugwerkende kracht
- Redactionele toelichting
Vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot verslagjaren die aanvangen op of na 31-12-2023.
- Bronpublicatie:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Inwerkingtreding
31-12-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2023, Stb. 2023, 510 (uitgifte: 27-12-2023, kamerstukken: 36369)
- Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie:
Artikel 8.8 Tijdelijke veilige haven: kwalificerend landenrapport (31-12-2024 tot ---)
- Vakgebied(en)
Minimumbelasting (V)
1.
Indien de informatieaangifte-indienende groepsentiteit van een multinationale groep daarvoor kiest bedraagt de bijheffing voor de in een staat gevestigde groepsentiteiten voor een verslagjaar dat aanvangt op of voor 31 december 2026 en eindigt voor 1 juli 2028 nihil, mits de multinationale groep over dat verslagjaar voor die staat:
- a.
in een kwalificerend landenrapport totale inkomsten rapporteert van minder dan € 10.000.000 en een winst vóór winstbelasting van minder dan € 1.000.000;
- b.
op basis van een vereenvoudigde berekening een effectief belastingtarief heeft dat ten minste gelijk is aan het voor dat verslagjaar geldende overgangstarief; of
- c.
in een kwalificerend landenrapport een winst vóór winstbelasting rapporteert die niet meer bedraagt dan het uitgesloten inkomen op basis van reële aanwezigheid berekend op de voet van artikel 8.3, met dien verstande dat bij die berekening uitsluitend de werknemerslasten en de materiële activa in aanmerking worden genomen van groepsentiteiten die ook groepsentiteiten zijn op basis van artikel 29b, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of daarmee vergelijkbare regelgeving in een andere staat, en die groepsentiteiten op grond van artikel 1.3 in dezelfde staat zijn gevestigd als de staat waarin die entiteiten voor de toepassing van hoofdstuk VIIa van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of daarmee vergelijkbare regelgeving in een andere staat, zijn gevestigd.
2.
Indien de multinationale groep in een staat groepsentiteiten ter verkoop houdt, dient voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, de som van de totale inkomsten zoals gerapporteerd in het kwalificerende landenrapport voor die staat en de omzet van de in die staat ter verkoop gehouden groepsentiteiten minder te bedragen dan € 10.000.000.
3.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt het effectieve belastingtarief voor een staat vereenvoudigd berekend volgens de formule:
VE = (VB/W) × 100%
waarbij wordt verstaan onder:
VE: het vereenvoudigde effectieve belastingtarief voor een verslagjaar voor een staat, uitgedrukt in een percentage dat rekenkundig wordt afgerond op vier decimalen;
VB: de vereenvoudigde betrokken belastingen, zijnde de belastingen naar het inkomen in die staat over een verslagjaar zoals gerapporteerd in de kwalificerende financiële verslaggeving van de multinationale groep voor zover het betrokken belastingen zijn die zijn geheven over de in een kwalificerend landenrapport gerapporteerde winst vóór winstbelasting van groepsentiteiten die voor de toepassing van hoofdstuk VIIa van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of daarmee vergelijkbare regelgeving in een andere staat, gevestigd zijn in die staat;
W: de winst vóór winstbelasting in die staat zoals door de multinationale groep is gerapporteerd in een kwalificerend landenrapport.
4.
Voor de berekening van de vereenvoudigde betrokken belastingen, bedoeld in het derde lid, worden de in de financiële verslaggeving gerapporteerde onzekere belastingposities in de staat waarvoor het effectieve belastingtarief vereenvoudigd wordt berekend niet in aanmerking genomen.
5.
Voor het bepalen van de winst vóór winstbelasting, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en c, en het derde lid, wordt een nettovermogensverlies voor zover dat voortvloeit uit wijzigingen in de reële waarde van een belang, niet zijnde een portfoliobelang, niet in aanmerking genomen indien dat verlies meer dan € 50.000.000 bedraagt.
6.
Indien een uiteindelijkemoederentiteit van een multinationale groep in de staat waarin zij is gevestigd is onderworpen aan een aftrekbaardividendstelsel wordt voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a en c, en het derde lid de winst vóór winstbelasting in die staat verminderd met het bedrag dat is uitgedeeld als aftrekbaar dividend aan een belanghouder die voldoet aan de voorwaarden van artikel 10.2, eerste lid, onderdelen a tot en met e. De vereenvoudigde betrokken belastingen, bedoeld in het derde lid, niet zijnde de belastingen waarvoor de dividendaftrek wordt toegestaan, worden evenredig aan de vermindering van de winst vóór winstbelasting verminderd. Artikel 10.2, derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat daarbij voor eerste en tweede lid wordt gelezen: eerste en tweede zin.
7.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a en c, en het derde lid worden de winst vóór winstbelasting, de vereenvoudigde betrokken belastingen en de totale inkomsten van een beleggingsentiteit of een verzekeringsbeleggingsentiteit in aanmerking genomen in de staten waarin de groepsentiteit-belanghouders zijn gevestigd naar rato van het belang dat zij hebben in de beleggingsentiteit of de verzekeringsbeleggingsentiteit.
8.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a en c, en het derde lid worden de winst vóór winstbelasting, de vereenvoudigde betrokken belastingen en de totale inkomsten van een beleggingsentiteit of een verzekeringsbeleggingsentiteit niet in aanmerking genomen naar rato van het belang dat een belanghouder die geen groepsentiteit-belanghouder is heeft in die entiteit.
9.
In afwijking van artikel 7.4, vijfde lid, wordt de keuze, bedoeld in artikel 7.4, eerste lid, ten aanzien van een staat waarvoor dit artikel in een verslagjaar wordt toegepast, gemaakt bij de indiening van de bijheffing-informatieaangifte over het eerste verslagjaar waarin dit artikel ten aanzien van die staat niet wordt toegepast.
10.
Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:
- a.
kwalificerend landenrapport: een landenrapport als bedoeld in artikel 29e van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, of daarmee vergelijkbare regelgeving in een andere staat, mits dat rapport is opgesteld op basis van een kwalificerende financiële verslaggeving en is ingediend bij de relevante belastingautoriteit;
- b.
kwalificerende financiële verslaggeving:
- 1°
de financiële verslaggeving van de uiteindelijkemoederentiteit;
- 2°
de enkelvoudige jaarrekening van iedere groepsentiteit mits die is opgesteld in overeenstemming met een geaccepteerde financiële verslaggevingsstandaard of een geautoriseerde financiële verslaggevingsstandaard, de financiële verslaggeving van de groepsentiteit is opgesteld aan de hand van die financiële verslaggevingsstandaard en de gegevens in de financiële verslaggeving betrouwbaar zijn; of
- 3°
in geval van een groepsentiteit die enkel op grond van haar beperkte omvang of op grond van materialiteit niet is opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening: de verslaggeving van die groepsentiteit die is gebruikt voor het opstellen van het kwalificerende landenrapport van de multinationale groep;
- c.
het voor het verslagjaar geldende overgangstarief: voor verslagjaren die aanvangen in:
- 1°
2023 of 2024: 15%;
- 2°
2025: 16%;
- 3°
2026: 17%.