V-N 2014/41.15
Oud-aandeelhouder niet zonder meer aansprakelijk na HIR-constructie
HR 08-08-2014, ECLI:NL:HR:2014:2150, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 augustus 2014
- Magistraten
Overgaauw, Koopman, Van Kalmthout
- Zaaknummer
13/04659
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- JCDI
JCDI:ADS24082:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Invordering / Aansprakelijkheid
Fiscaal bestuursrecht / Aanslag
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2014
ECLI:NL:HR:2014:2150, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑08‑2014
- Wetingang
art. 16 AWR; art. 40 IW 1990; art. 3.154 Wet IB 2001; art. 8 Wet VPB 1969
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof ten onrechte in het midden heeft gelaten over welke gegevens de inspecteur ten tijde van de primitieve VPB-aanslagregeling precies beschikte
Samenvatting
X is enig aandeelhouder van A bv. Haar echtgenoot, de heer Y, is bestuurder van A bv. De bv bezit een beleggingspand met een verkoopwaarde van € 500.000. De fiscale boekwaarde is € 47.298. Aangezien Y het pand fiscaal gunstig wil kopen, vindt in maart 2004 een reeks transacties plaats. X verkoopt haar aandelen A bv aan E bv. A bv verkoopt het pand aan E bv, waarna Y het pand van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.