Einde inhoudsopgave
Wet tijdelijke solidariteitsbijdrage
Artikel 5.1 Voldoening op aangifte
Geldend
Geldend vanaf 28-12-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 537 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36235)
- Inwerkingtreding
28-12-2022, terugwerkend tot: 01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 537 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36235)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
1.
De solidariteitsbijdrage wordt op aangifte voldaan.
2.
Voor de toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bij de heffing van de solidariteitsbijdrage wordt voor belastingplichtige gelezen: bijdrageplichtige.
3.
In afwijking van artikel 10, tweede lid, eerste zin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen stelt de inspecteur de termijn voor het doen van aangifte vast op 17 maanden na het einde van het tijdvak.
4.
In afwijking van artikel 19, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is de bijdrageplichtige gehouden de solidariteitsbijdrage overeenkomstig de aangifte aan de ontvanger te betalen uiterlijk 17 maanden na het einde van het tijdvak.