NJ 2012/330
Onjuiste opgave werkelijk jaarlijks rentepercentage. Gevolgen van oneerlijke handelspraktijken en oneerlijke bedingen voor geldigheid overeenkomst in haar geheel.
HvJ EU 15-03-2012, ECLI:EU:C:2012:144, m.nt. M.R. Mok (Perenicova/Perenic)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
15 maart 2012
- Magistraten
A. Tizzano, M. Safjan, A. Borg Barthet, E. Levits, J.-J. Kasel
- Zaaknummer
C-453/10
- Conclusie
A-G. V. Trstenjak
- Noot
M.R. Mok
- Roepnaam
Perenicova/Perenic
- JCDI
JCDI:ADS96747:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
EU-recht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2012:144, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 15‑03‑2012
- Wetingang
Richtlijn 93/13/EEG; Verordening (EG) nr. 2006/2004 (oneerlijke bedingen en handelspraktijken jegens consumenten)
Essentie
Verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Okresný súd Prešov.
Onjuiste opgave werkelijk jaarlijks rentepercentage. Gevolgen van oneerlijke handelspraktijken en oneerlijke bedingen voor geldigheid overeenkomst in haar geheel.
Samenvatting
Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten, moet aldus worden uitgelegd dat de rechter bij wie de zaak aanhangig is, zijn beoordeling van de vraag of een overeenkomst tussen een consument en een beroepsbeoefenaar met een of meerdere oneerlijke bedingen kan voortbestaan zonder die bedingen, niet uitsluitend kan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.