NJ 2017/86
OM-cassatie. Beklag over beslag ex art. 94a Sv op goederen n.a.v. verdenking van witwassen. Eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
HR 31-01-2017, ECLI:NL:HR:2017:125
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 januari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/03037
16/03044
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154190:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:125, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑01‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1452, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑12‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑07‑2016
- Wetingang
Essentie
Beklag over beslag ex art. 94a Sv gedeeltelijk gegrond verklaard gelet op de eisen van proportionaliteit. De beoordeling of het belang van strafvordering zich verzet tegen handhaving van op de voet van art. 94a Sv gelegde beslagen, vergt niet een (ambtshalve) onderzoek naar de vraag of voortzetting (onder voorwaarden) van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. Wel kan hetgeen door of namens de klager is aangevoerd meebrengen dat de rechter in de motivering van zijn beslissing ervan blijk dient te geven een dergelijk onderzoek te hebben verricht. Het oordeel van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.