Einde inhoudsopgave
Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000
Artikel 23a [Toekenning extra punten tijdens (politie)verhoor]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Redactionele toelichting
Dit besluit, zoals dat luidde op de dag vóór inwerking van deze wijziging, blijft van toepassing op toevoegingen die zijn afgegeven vóór 01-07-2024 en piketzaken waarin rechtsbijstand is verleend vóór 01-07-2024.
- Bronpublicatie:
15-04-2024, Stb. 2024, 100 (uitgifte: 22-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-03-2024, Stb. 2024, 60 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-04-2024, Stb. 2024, 100 (uitgifte: 22-04-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
25-03-2024, Stb. 2024, 61 (uitgifte: 27-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
Indien in een piketzaak als bedoeld in artikel 23, eerste lid, onderdelen a tot en met c, of tweede lid, tijdens een verhoor door een opsporingsambtenaar rechtsbijstand wordt verleend aan een rechtens zijn vrijheid ontnomen verdachte van een strafbaar feit waarvoor een bevel tot inverzekeringstelling kan worden verleend, wordt in aanvulling op de vergoeding op grond van artikel 23 een vergoeding toegekend van:
- a.
3 punten, indien er sprake is van een verdenking van:
- –
een misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf is gesteld van twaalf jaar of meer;
- –
een misdrijf met een slachtoffer dat is overleden dan wel zwaar lichamelijk letsel heeft opgelopen; of
- –
een seksueel misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf is gesteld van acht jaar of meer, het feit strafbaar gesteld in artikel 245, eerste lid, onderdeel a, van het Wetboek van Strafrecht, of een in de artikelen 251 tot en met 253 van die wet omschreven feit waarbij de strafverzwaringsgrond van artikel 254, eerste lid, onderdeel d, van toepassing is omdat het is begaan onder de in artikel 245, eerste lid, onderdeel a, omschreven omstandigheden;
- b.
1,5 punt in alle overige gevallen.
2.
Indien na rechtsbijstandverlening als bedoeld in het eerste lid rechtsbijstand wordt verleend tijdens één of meer opvolgende verhoren door een opsporingsambtenaar, wordt de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, eenmaal met 1,5 punt verhoogd.
3.
Voor de toepassing van het tweede lid worden niet als opvolgende verhoren aangemerkt verhoren die aansluitend of nagenoeg aansluitend op elkaar volgen.
4.
Artikel 23, zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.