Einde inhoudsopgave
Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000
Artikel 23 [Toekenning punten. Piketzaak]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2020
- Bronpublicatie:
16-05-2019, Stb. 2019, 198 (uitgifte: 05-06-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-11-2019, Stb. 2019, 437 (uitgifte: 29-11-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
1.
In een piketzaak wordt 1,5 punt toegekend, indien rechtsbijstand wordt verleend:
- a.
aan in verzekering gestelde verdachten als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering, in het politiebureau,
- b.
aan in verzekering gestelde verdachten als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering, tijdens een voorgeleiding voor de rechter-commissaris,
- c.
aan in verzekering gestelde verdachten als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering in geval van hoger beroep van de officier van justitie tegen de beschikking tot onmiddellijke invrijheidstelling van de verdachte,
- d.
op grond van artikel 7:2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, of
- e.
op grond van artikel 31 Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten,
- f.
aan personen die krachtens de Vreemdelingenwet 2000 in hun vrijheid zijn beperkt of wier vrijheid krachtens de Vreemdelingenwet 2000 is ontnomen.
2.
In afwijking van het eerste lid wordt in een piketzaak 0,75 punt toegekend, indien rechtsbijstand wordt verleend voorafgaand aan één of meer verhoren:
- a.
van in verzekering gestelde verdachten als bedoeld in artikel 27 van het Wetboek van Strafvordering;
- b.
in het kader van het ophouden voor onderzoek als bedoeld in artikel 56a, eerste en vierde lid, van het Wetboek van Strafvordering van:
- 1°
verdachten van een strafbaar feit waarvoor een bevel tot inverzekeringstelling kan worden verleend;
- 2°
kwetsbare verdachten als bedoeld in artikel 28b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering van een strafbaar feit waarvoor geen bevel tot inverzekeringstelling kan worden verleend.
3.
In afwijking van het eerste lid wordt voor verleende rechtsbijstand in een piketzaak na het verhoor als bedoeld in het tweede lid aanvullend 0,75 punt toegekend.
4.
Indien rechtsbijstand wordt verleend aan personen die op grond van artikel 154a of 176a van de Gemeentewet tijdelijk worden opgehouden wordt voor de verlening van rechtsbijstand, met uitzondering van het doen van een verzoek om een voorlopige voorziening, aan alle personen gezamenlijk 1,5 punt toegekend.
5.
Indien in de periode voorafgaand aan het verzoek om een voorlopige voorziening rechtsbijstand wordt verleend aan een uithuisgeplaatste die de wens, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet tijdelijk huisverbod, te kennen heeft gegeven, wordt 1,5 punt toegekend.
6.
Indien de rechtsbijstand in een piketzaak is verleend op een zaterdag, zondag, een algemeen erkende feestdag of een bij of krachtens de Algemene termijnenwet met algemeen erkende feestdagen gelijkgestelde dag, wordt aanvullend 0,5 punt toegekend.