NJB 2021/584
Wet zorg en dwang. Termijnoverschrijding. Hoge Raad: Indien een verzoek tot het verlenen verlenen van een machtiging tot voortzetting van het verblijf is ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorafgaande machtiging, dient de rechter de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de geldigheidsduur van de verzochte machtiging
HR 12-02-2021, ECLI:NL:HR:2021:227
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
12 februari 2021
- Magistraten
Mrs. G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek,A.E.B. ter Heide
- Zaaknummer
20/03441
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:227, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 12‑02‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1219, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑10‑2020
- Wetingang
(art. 24, 39 lid 5 Wzd; art. 15 lid 1 en 3 WetBopz (oud))
Essentie
Wet zorg en dwang. Termijnoverschrijding. Hoge Raad: Indien een verzoek tot het verlenen verlenen van een machtiging tot voortzetting van het verblijf is ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van de voorafgaande machtiging, dient de rechter de termijnoverschrijding in mindering te brengen op de geldigheidsduur van de verzochte machtiging
Partij(en)
Verzoekster, adv. mr. G.E.M. Later, vs. het Centrum Indicatiestelling Zorg, niet verschenen.
Uitspraak
Feiten en procesverloop
In 2018 heeft de rechtbank een machtiging verleend tot voortgezet verblijf van betrokkene in een verpleeginrichting voor de duur van maximaal twee jaar, eindigend op 6 juli 2020.
In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.