Einde inhoudsopgave
Verdrag tot het brengen van eenheid in eenige bepalingen inzake het internationale luchtvervoer
Artikel 22 [Aansprakelijkheidsbeperkingen]
Geldend
Geldend vanaf 14-06-1998
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 25-09-1975, Trb. 1982, 82.
- Bronpublicatie:
25-09-1975, Trb. 1982, 82 (uitgifte: 11-06-1982, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-06-1998
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-08-1998, Trb. 1998, 208 (uitgifte: 27-08-1998, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Bij het vervoer van personen is de aansprakelijkheid van de vervoerder jegens elke reiziger beperkt tot het bedrag van 16 600 bijzondere trekkingsrechten. In het geval dat volgens de wet van de rechter, voor wie de vordering wordt aanhangig gemaakt, de schadeloosstelling kan worden bepaald in de vorm van een rente, mag de hoofdsom van de rente die grens niet te boven gaan. Evenwel kan de reiziger door een bijzondere overeenkomst met de vervoerder een hogere grens voor de aansprakelijkheid bepalen.
2
- a.
Bij het vervoer van aangegeven bagage is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot het bedrag van 17 bijzondere trekkingsrechten per kilogram, behoudens bijzondere verklaring omtrent belang bij de aflevering, gedaan door de afzender bij de afgifte van het collo aan de vervoerder en tegen betaling van een eventueel verhoogd tarief. In dat geval is de vervoerder verplicht te betalen tot het bedrag van de opgegeven som, tenzij hij bewijst, dat deze het werkelijke belang van de afzender bij de aflevering te boven gaat.
- b.
Bij het vervoer van goederen is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot het bedrag van 17 bijzondere trekkingsrechten per kilogram, behoudens bijzondere verklaring omtrent belang bij de aflevering, gedaan door de afzender bij de afgifte van het collo aan de vervoerder en tegen betaling van een eventueel verhoogd tarief. In dat geval is de vervoerder verplicht te betalen tot het bedrag van de opgegeven som, tenzij hij bewijst dat deze het werkelijke belang van de afzender bij de aflevering te boven gaat.
- c.
Bij verlies, beschadiging of vertraging van een gedeelte van de aangegeven bagage of van de goederen of van enig daarin opgenomen voorwerp wordt ter bepaling van de aansprakelijkheidsgrens van de vervoerder alleen in aanmerking genomen het totale gewicht van het betrokken collo of van de betrokken colli. Indien evenwel het verlies, de beschadiging of de vertraging van een gedeelte van de aangegeven bagage of van de goederen of van enig daarin opgenomen voorwerp de waarde van andere colli, gedekt door hetzelfde bagagebiljet of dezelfde luchtvrachtbrief, beïnvloedt, wordt het totale gewicht van deze colli in aanmerking genomen ter bepaling van de aansprakelijkheidsgrens.
3.
Voor wat betreft de voorwerpen, die de reiziger bij zich houdt, is de aansprakelijkheid van de vervoerder beperkt tot 332 bijzondere trekkingsrechten per reiziger.
4.
De in dit artikel vastgestelde grenzen beletten de rechter niet om volgens zijn wet daarenboven nog het geheel of een gedeelte van de gerechtskosten en van de overige proceskosten, welke door de eiser zijn gemaakt, toe te wijzen. De voorgaande bepaling is niet van toepassing, indien het bedrag van de toegewezen schadevergoeding, hierbij niet inbegrepen gerechts- en andere proceskosten, niet het bedrag te boven gaat, hetwelk de vervoerder schriftelijk aan de eiser heeft aangeboden binnen een termijn van zes maanden gerekend vanaf de datum van het voorval, hetwelk de schade veroorzaakte, of vóór de aanvang van het proces, indien dit na die termijn aanhangig is gemaakt.
5.
De in dit artikel in bijzondere trekkingsrechten uitgedrukte bedragen worden geacht betrekking te hebben op het bijzondere trekkingsrecht zoals dit is omschreven door het Internationale Monetaire Fonds. De omrekening van de bedragen in de nationale munteenheden geschiedt, in geval van een gerechtelijke procedure, volgens de waarde van zodanige munteenheden, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, op de datum van het vonnis. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, van een Hoge Verdragsluitende Partij die lid is van het Internationale Monetaire Fonds wordt berekend overeenkomstig de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de datum van het vonnis wordt toegepast voor zijn eigen verrichtingen en transacties. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, van een Hoge Verdragsluitende Partij die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds wordt berekend op een door die Hoge Verdragsluitende Partij vastgestelde wijze.
Niettemin kunnen Staten, die geen lid zijn van het Internationale Monetaire Fonds en waarvan de wet de toepassing van de bepalingen van artikel 22, eerste lid, tweede lid, letter a en derde lid, niet toelaat, op het tijdstip van bekrachtiging of toetreding of op enig tijdstip nadien, verklaren dat de aansprakelijkheidsgrens van de vervoerder in gerechtelijke procedures op hun grondgebied wordt vastgesteld op een bedrag van 250 000 monetaire eenheden per reiziger met betrekking tot artikel 22, eerste lid; op 250 monetaire eenheden per kilogram met betrekking tot artikel 22, tweede lid, letter a; en op 5000 monetaire eenheden per reiziger met betrekking tot artikel 22, derde lid. Deze monetaire eenheid komt overeen met vijfenzestig en een half milligram goud van een gehalte van negenhonderd duizendste fijn. Deze bedragen kunnen in de betrokken nationale munteenheid in ronde cijfers worden omgerekend. De omrekening van deze bedragen in de nationale munteenheid geschiedt volgens de wet van de betrokken Staat.
6.
De in dit artikel in bijzondere trekkingsrechten uitgedrukte bedragen worden geacht betrekking te hebben op het bijzondere trekkingsrecht zoals dit is omschreven door het Internationale Monetaire Fonds. De omrekening van de bedragen in de nationale munteenheden geschiedt, in geval van een gerechtelijke procedure, volgens de waarde van zodanige munteenheden, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, op de datum van het vonnis. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten, van een Hoge Verdragsluitende Partij die lid is van het Internationale Monetaire Fonds wordt berekend overeenkomstig de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de datum van het vonnis wordt toegepast voor zijn eigen verrichtingen en transacties. De waarde van de nationale munteenheid, uitgedrukt in bijzondere trekkingsrechten van een Hoge Verdragsluitende Partij die geen lid is van het Internationale Monetaire Fonds wordt berekend op een door die Hoge Verdragsluitende Partij vastgestelde wijze.
Niettemin kunnen Staten, die geen lid zijn van het Internationale Monetaire Fonds en waarvan de wet de toepassing van het bepaalde in artikel 22, tweede lid, letter b, niet toelaat, op het tijdstip van bekrachtiging of toetreding of op enig tijdstip nadien, verklaren dat de aansprakelijkheidsgrens van de vervoerder in gerechtelijke procedures op hun grondgebied wordt vastgesteld op een bedrag van 250 monetaire eenheden per kilogram. Deze monetaire eenheid komt overeen met vijfenzestig en een half milligram goud van een gehalte van negenhonderd duizendste fijn. Dit bedrag kan in de betrokken nationale munteenheid in ronde cijfers worden omgerekend. De omrekening van dit bedrag in de nationale munteenheid geschiedt volgens de wet van de betrokken Staat.