AB 2019/418
Onrechtmatige overheidsdaad. Omvang gebondenheid burgerlijke rechter aan oordeel bestuursrechter. Causaal verband.
HR 17-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:738, m.nt. A.H.J. Hofman en G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 mei 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/01037
- Noot
A.H.J. Hofman en G.A. van der Veen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS78559:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
Sociale zekerheid bijstand / Algemene bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:738, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:314, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑04‑2018
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Indien de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan over een besluit waarvan beroep bij hem openstaat, is de burgerlijke rechter gebonden aan het oordeel van de bestuursrechter over de rechtmatigheid van dat besluit. De burgerlijke rechter is bij de beoordeling van een geschilpunt dat niet de geldigheid van het besluit betreft niet gebonden aan de inhoudelijke overwegingen die ten grondslag liggen aan het oordeel van de bestuursrechter over dat besluit.
Samenvatting
Indien de bestuursrechter uitspraak heeft gedaan over een besluit waarvan beroep bij hem openstaat, is de burgerlijke rechter gebonden aan het oordeel van de bestuursrechter over de rechtmatigheid van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.