JWB 2016/91
Civiel recht, strafrecht
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:345
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
26 februari 2016
- Zaaknummer
14/04260
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:345, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 26‑02‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2229, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑10‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑08‑2014
- Wetingang
Art. 138 van het Wetboek van Strafrecht, artt. 552a van het Wetboek van Strafvorderin
Essentie
Civiel recht, strafrecht
Samenvatting
Casus
De gemeente Amsterdam heeft een terrein in eigendom met daarop een voormalig dierenasiel. Sinds 2007wordt dit asiel niet meer gebruikt. Het terrein wordt door de gemeente ontwikkeld. Met stalen platen was het pand dichtgemaakt en de grond was met hekken afgezet. Eisers hebben het dierenasiel gekraakt. De gemeente heeft met hekken het gekraakte gedeelte afgescheiden van de rest van terrein.Vlakbij het pand hadden eisers campers e.d. geplaatst waar zij in woonden. De projectontwikkelaar heeft de gemeente verzocht om het hele terrein, met het gekraakte gedeelte, leeg, ontruimd en vrij van gebruik aan haar te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.