Einde inhoudsopgave
De civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener (O&R nr. 101) 2017/3.7.2
3.7.2 De vaststelling van eigen schuld bij schending van de civielrechtelijke zorgplicht door de beleggingsdienstverlener
I.P.M.J. Janssen, datum 01-03-2017
- Datum
01-03-2017
- Auteur
I.P.M.J. Janssen
- JCDI
JCDI:ADS366675:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Voetnoten
Voetnoten
Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-II 2013/107. Zie ook Van Baalen 2006, p. 414-441.
Voor een uitgebreide bespreking van het causaal verband en de leer van de redelijke toerekening verwijs ik naar paragraaf 3.5.
Een uitzondering daarop is de situatie waarin een beleggingsdienstverlener schending van de civielrechtelijke zorgplicht probeert te verhullen door bijvoorbeeld negatieve ontwikkelingen op de markt als reden voor tegenvallende resultaten aan te voeren en vervolgens te adviseren om te wachten tot de markt weer aantrekt. In dat geval is de schade vanaf dat advies opzettelijk toegebracht.
Indien proportionele aansprakelijkheid van toepassing is, is de mogelijke toepassing van de billijkheidscorrectie nog verder beperkt. Zoals uit paragraaf 3.5.1.2 blijkt, is dit relatief onwaarschijnlijk. Maar in dat theoretische geval kan de billijkheidscorrectie er slechts toe leiden dat eigen schuld naar beneden wordt bijgesteld. De omstandigheden die dat rechtvaardigen mogen niet van invloed zijn geweest op het causaal verband. Klaassen 2013, p. 159.
Tjong Tjin Tai 2006, p. 10 en p. 196.
HR 6 september 2013, ECLI:HR:2013:CA1725, JOR 2013/311, m.nt. S.B. van Baalen, NJ 2014/176, m.nt. T.F.E. Tjong Tjin Tai (X/NBG Finance). Zie voor een uitgebreide bespreking paragraaf 3.7.2.1.
Neering 2013, p. 415.
De schadebeperkingsplicht komt in paragraaf 3.7.2 aan de orde als derde mogelijkheid tot vermindering van de te vergoeden schade.
De toets van eigen schuld vindt plaats nadat eventueel te verrekenen voordelen op de ontstane schade in mindering zijn gebracht. Niet in alle gevallen is de ontstane schade geheel het gevolg van de wanprestatie of de onrechtmatige daad van de beleggingsdienstverlener. De schade kan ook deels het gevolg zijn van een omstandigheid die aan de cliënt toe te rekenen is. Er is sprake van eigen schuld indien de cliënt zich anders heeft gedragen dan een redelijk cliënt in die gegeven omstandigheden zou doen.1 In dat geval wordt de omvang van de vergoedingsplicht die op de beleggingsdie Daarnaast doet de Hoge Raad in de effectenlease-arresten nog een aantal anderestverlener rust, verminderd met de mate van eigen schuld van de cliënt. Dit heeft als gevolg dat de beleggingsdienstverlener slechts een deel van de schade hoeft te vergoeden. Voor zover ik geen onderscheid maak, is het hiernavolgende op zowel de particuliere als niet-particuliere cliënt van toepassing.
De toets van eigen schuld valt uiteen in vier stappen.2 Allereerst moet vast komen te staan dat de schade mede veroorzaakt is door een omstandigheid aan de kant van de cliënt. Daarvoor moet sprake zijn van een csqn-verband en is evenals bij het causaal verband de leer van de redelijke toerekening van toepassing.3 Ten tweede moet de schadeveroorzakende omstandigheid toe te rekenen zijn aan de cliënt. Dat is het geval wanneer de omstandigheid te wijten is aan de schuld van de cliënt of voor zijn risico komt. Bij beleggingsdienstverlening speelt risicoaansprakelijkheid geen rol en dus moet sprake zijn van schuld. Ten derde vindt een afweging plaats van de causaliteit. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat de schuld van de cliënt in verhouding tot de schuld van de beleggingsdienstverlener zo gering is, dat het gerechtvaardigd is om de schuld van de cliënt te verwaarlozen.4 In die situatie moet vooral gedacht worden aan opzettelijk toegebrachte schade en dat lijkt bij schending van de civielrechtelijke zorgplicht niet voor de hand te liggen.5 Indien de drie genoemde stappen succesvol zijn doorlopen, staat de verdeling van de schade in principe vast. Enkel de billijkheidscorrectie als vierde stap kan daarop nog wijzigingen aanbrengen. De correctie op grond van de billijkheid is beperkt tot de uiteenlopende ernst van de gemaakte fouten of andere omstandigheden van het geval.6
In relaties waarbij een bepaalde verantwoordelijkheid is overgedragen aan de zorgverlener wordt betoogd dat het niet gerechtvaardigd is om vervolgens via eigen schuld deze verantwoordelijkheid alsnog terug te leggen bij degene die deze verantwoordelijkheid heeft overgedragen.7 Ook de relatie tussen de beleggingsdienstverlener en cliënt valt daar onder te scharen. Op grond van het feit dat aan de civielrechtelijke zorgplicht van de beleggingsdienstverlener juist de bescherming van de cliënt tegen diens eigen lichtvaardigheid of gebrek aan kennis ten grondslag ligt, acht ik het ongewenst om bij schending daarvan eigen schuld eenvoudig aan te nemen. Die ratio sluit vermindering van de schadevergoeding door eigen schuld natuurlijk niet uit, maar lijkt de aanname van eigen schuld bij schending van de civielrechtelijke zorgplicht wel minder snel te rechtvaardigen, althans in mindere mate.
Een voorbeeld waarin eigen schuld wel gerechtvaardigd lijkt, is de situatie waarin de cliënt zich onvoldoende heeft verdiept in de eigenschappen en risico’s van zijn belegging. Het feit dat sprake is van beleggingsdienstverlening en dat op de beleggingsdienstverlener dus een waarschuwingsplicht kan rusten, laat onverlet dat van de cliënt wel redelijke inspanning gevergd mag worden om de risico’s te begrijpen. Toch zal in ieder geval bij beleggingsadvies en vermogensbeheer een eigen schuld-verweer minder snel en in mindere mate gehonoreerd worden.8 De daadwerkelijke omvang van eigen schuld hangt onder meer af van de waarschuwing die de cliënt ontvangen heeft, maar in elk geval zal hij zich het beleggersrisico dat hij liep, wel gerealiseerd hebben. Daarnaast kan sprake zijn van eigen schuld bij een cliënt die zich realiseert dat een belegging niet past bij zijn profiel, maar vervolgens geen actie onderneemt.9 In laatstgenoemd geval kan ook de schadebeperkingsplicht van belang zijn.10 Bij niet-particuliere cliënten kan de aanname van eigen schuld mogelijk sneller gerechtvaardigd zijn indien zij over meer kennis en ervaring beschikken, omdat de bescherming die zij benodigen dan minder omvangrijk is.
3.7.2.1 Jurisprudentie eigen schuld bij schending civielrechtelijke zorgplicht door beleggingsdienstverlener jegens de particuliere cliënt