NJB 2022/2271:Beslagbeklag en verschoningsrecht arts, art.552a Sv: het verschoningsrecht van onder meer de arts is in zoverre niet absoluut, dat zich zeer uitzonderlijke omstandigheden laten denken waarin het belang dat de waarheid aan het licht komt – ook ten aanzien van datgene waarvan de wetenschap hem als zodanig is toevertrouwd – moet prevaleren boven het verschoningsrecht. De jurisprudentie van de Hoge Raad biedt een aantal factoren die bij de beantwoording van de vraag of sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden, zoals de omstandigheid dat sprake is van ernstige delicten en de omstandigheid dat de gegevens niet op andere wijze kunnen worden verkregen. In casu kon de rechtbank oordelen dat sprake is van zeer uitzonderlijke omstandigheden, mede erop gelet dat het gaat om ernstig strafbaar feit (poging doodslag of zware mishandeling) en in het bloed van het kind een aanzienlijke hoeveelheid GHB is aangetroffen.