RvdW 2011/773
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging op grond van art. 350 lid 3 sub f Fw; betekenis feiten en omstandigheden "die op het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift tot toelating tot de schuldsanering reeds bestonden". Tijdstip ontstaan schuld aan UWV tot terugbetaling van ten onrechte verleende werkloosheidsuitkering.
HR 17-06-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0709
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juni 2011
- Magistraten
Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, W.D.H. Asser, C.E. Drion
- Zaaknummer
10/02380
- Conclusie
A-G Wuisman
- LJN
BQ0709
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Schuldsanering natuurlijke personen
Sociale zekerheid algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0709, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑06‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0709, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑03‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2010
- Wetingang
Essentie
Schuldsanering. Tussentijdse beëindiging op grond van art. 350 lid 3 sub f Fw; betekenis feiten en omstandigheden "die op het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift tot toelating tot de schuldsanering reeds bestonden". Tijdstip ontstaan schuld aan UWV tot terugbetaling van ten onrechte verleende werkloosheidsuitkering.
Onder feiten en omstandigheden "die op het tijdstip van de indiening van het verzoekschrift tot toelating tot de schuldsanering reeds bestonden" en die reden zouden zijn geweest het verzoek tot toelating af te wijzen als bedoeld in art. 350 lid 3, aanhef en onder f, Fw moeten, mede ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.