Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2013/53/EU betreffende pleziervaartuigen en waterscooters en tot intrekking van Richtlijn 94/25/EG
Bijlage VI Aanvullende voorschriften bij gebruik van interne productiecontrole plus productietests onder toezicht (module a1) (artikel 24, lid 2)
Geldend
Geldend vanaf 17-01-2014
- Bronpublicatie:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/53/EU)
- Inwerkingtreding
17-01-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2013, PbEU 2013, L 354 (uitgifte: 28-12-2013, regelingnummer: 2013/53/EU)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Ontwerp en bouw
Op een of meer vaartuigen die de productie van de fabrikant vertegenwoordigen, worden een of meer van de volgende tests, gelijkwaardige berekeningen of controles uitgevoerd door of namens de fabrikant:
Geluidsemissies
In het geval van pleziervaartuigen met binnenboordmotor of met hekmotor zonder geïntegreerde uitlaat en waterscooters worden op een of meer vaartuigen die de productie van de vaartuigfabrikant vertegenwoordigen, de in bijlage I, deel C, beschreven geluidsemissietests door of namens de vaartuigfabrikant uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie.
In het geval van buitenboordmotoren en hekmotoren met geïntegreerde uitlaat worden op een of meer motoren van elke motorfamilie die de productie van de motorfabrikant vertegenwoordigen, de in bijlage I, deel C, beschreven geluidsemissietests door of namens de motorfabrikant uitgevoerd, onder verantwoordelijkheid van een door de fabrikant gekozen aangemelde instantie.
Als meer dan één motor van een motorfamilie wordt getest, wordt de in bijlage VII beschreven statistische methode toegepast om de conformiteit van de steekproef te waarborgen.